Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word riet

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
(echt riet)
common reed
;
echt riet
(riet)
common reed
;
Indisch riet
(bamboe)
bamboo
(canna)
wood small‐reed
;
bush grass
grunda kalamagrosto
reedbuck
cane‐field
🔗 Op de tafel stonden een paar rieten manden, en Simon keek er peinzend naar.
reed canary‐grass
;
reed grass
arunda falaro
(ruisvoorn; voorn)
common rudd
;
🔗 Daar drijven allemaal dode rietvoorns!
(gewone jakhals; goudwolf; goudjakhals)
golden jackal
tall fescue
suikerriet
sugar‐cane

DutchEnglish
riet cane; common reed; reed; rush; thatch
beven als een riet tremble like an aspen leaf
echt riet reed; common reed
iemand met een kluitje in het riet sturen put somebody off with fair words; fob somebody off with promises
Spaans riet rattan
bloemriet canna
dakriet thatch
dekriet thatch
rietbok reedbuck
rietdekker thatcher
rieten reedy; wicker; reed; thatched; cane
rietfluit reed‐pipe; reed
rietje straw; drinking‐straw; cane
rietmat reed mat; rush mat
rietsuiker cane‐sugar
riettuin cane‐field
rietveld reed‐land; cane‐field
rietvoorn common rudd; rudd
rietvoren rudd; common rudd
rietzanger reed‐warbler
rietzwenkgras tall fescue
suikerriet sugar‐cane