Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word regenboog

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(hemelboog)
(ronding); ;
🔗 En toen richtten zij hun blik op de boog en de verwoeste poorten.
🔗 Hij droeg een boog op zijn rug en had een koker met glimmende pijlen op zijn heup.
(hemelwater)
🔗 We krijgen vast regen.
rainbow trout
irisa salmo
(iris)

DutchEnglish
regenboog rainbow
boog arc; arch; archway; bend; bind; bow; camber; curvature; tie; curve
regen rain; shower; wet
regenboogforel rainbow trout
regenboogvlies iris