Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word overreiking
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(aangeven; aanreiken; afgeven; overgeven; toereiken; doorgeven) | ; | |
🔗 De grijsaard keek ongelovig naar de korst die heer Bommel hem overreikte. |
Dutch | English |
---|---|
overreiking | ⇆ handover; ⇆ passing |
overreiken | ⇆ hand; ⇆ reach; ⇆ pass |