Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word openwerken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 De deur is open, maar niet voor lange tijd.
(onverholen; rondborstig);
overt
(leeg; onbezet; vrij);
(onbedekt)
🔗 Het postkantoor was nog open.
open‐work
(uitwerking hebben);
🔗 Maar het werkte wel.
(gisten)
(arbeiden);
🔗 Er wordt hard en lang gewerkt.
works
;
;
🔗 Hij vroeg zich af of hij soms op de ruïnes van de beschaving keek die deze vreemde mensen gewrocht hadden te midden van de woeste omgeving van hun vreemde, wilde verblijfplaats.
(functioneren)
🔗 Maar de zagerij werkt nog!

DutchEnglish
open above‐board; barely; blank; bleak; demonstrative; exposed; free; ope; open; open‐ended; openly; overt; patent; sliding; sore; unsealed; up‐front; vacant
opengewerkt open‐work
werken act; function; labour; operate; put in; work; run; shift

The word openwerken could not be translated into the selected target language by us.