Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word oordelen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
; | ||
🔗 „De rechtbank heeft geoordeeld zonder kennis te hebben genomen van het achterliggende dossier, terwijl de AIVD de rechtbank deze mogelijkheid nadrukkelijk heeft aangeboden”, aldus de inlichtingendienst. | ||
(beoordelen) | ||
🔗 „Een nobele wijn”, oordeelde Cugel. | ||
🔗 Te oordelen naar de manier waarop hij zich een weg door het struikgewas baande, was het duidelijk dat hij haast had. | ||
(beoordelen) | ; | |
🔗 Daar heb ik niet over te oordelen. | ||
🔗 Voor zover ik het kan beoordelen, hebben we geen andere keus. | ||
(oordelen) | ||
🔗 Stuk voor stuk hadden ze haar anders beoordeeld. | ||
(doemen) | ; ; denounce ; proscribe ; | |
🔗 Hij was een paar keer veroordeeld voor smokkelen en diefstal uit de lading. | ||
(afkeuren; verwerpen; wraken) | ||
🔗 En je doet er verkeerd aan om het te veroordelen. | ||
; |
Dutch | English |
---|---|
oordelen | ⇆ adjudge; ⇆ deem; ⇆ judge |
te oordelen naar | ⇆ judging by; ⇆ judging from; ⇆ from |
beoordelen | ⇆ assess; ⇆ grade; ⇆ judge; ⇆ review; ⇆ criticize |
veroordelen | ⇆ adjudge; ⇆ cast; ⇆ condemn; ⇆ convict; ⇆ damn; ⇆ denounce; ⇆ proscribe; ⇆ sentence; ⇆ give sentence; ⇆ give judgement against; ⇆ pass sentence on |