Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ongelukskind

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
infant
;
🔗 Heb ik je als kind te veel geslagen?
(koter)
🔗 Het huis en het omvangrijke fortuin dat mijn vader nagelaten moest hebben, waren mijn erfdeel, want ik was enig kind, net als hij.
unhappiness
;
misfortune
;
misadventure
🔗 En ik heb je al gezegd dat deze expeditie van het begin af in het teken van het ongeluk stond.
(ongeval; malheur);
misadventure
;
🔗 De zevende september verliep zonder ongelukken.

DutchEnglish
ongelukskind unlucky person
kind baby; bairn; chick; child; infant; kid; babe; little one
ongeluk accident; bad fortune; bale; ill luck; infelicity; misadventure; mischance; misfortune; mishap; prang; undoing; unhappiness; bad luck; wretch