Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onbeleefdheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
rudeness
🔗 Dappere prins, vergeef mij mijn onbeleefdheid.
(onhoffelijkheid)
courtesy
🔗 Er werd geen tijd verspild met beleefdheden.
(hoffelijkheid; welgemanierdheid);
civility
;
courteousness
;
🔗 Helsse leidde zijn gasten met uiterste beleefdheid de wagen binnen.
(lomp; onhoffelijk);
impolite
(onhoffelijk)
rudely
;
🔗 Hij zal misschien kortaf reageren, of zelfs onbeleefd.

DutchEnglish
onbeleefdheid discourtesy; impoliteness; incivility; rudeness
beleefdheid civility; comity; compliment; courteousness; mannerliness; politeness; courtesy; discretion
onbeleefd discourteous; discourteously; impolite; inurbane; rude; uncivil; uncourteous; ill‐mannered; impolitely; uncivilly; rudely