Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word olijfboom

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
olive‐tree
🔗 Rondom de oude ruïnes van de stad rezen olijfbomen op, maar er was weinig ander groen om de eentonigheid van het kale landschap waar ze doorheen trokken, te doorbreken.
🔗 Bomen of banken stonden er niet.
(baar; paal; schacht; schaft; spijl; staaf; stang); ;
🔗 Hij zag de rood‐witte bomen al.
🔗 Uit de cijfers blijkt ook dat de boom van de huizenmarkt alleen maar toe lijkt te nemen.
olive
🔗 Heb je in de koelkast nog olijven staan?

DutchEnglish
olijfboom olive‐tree
boom bar; beam; boom; tree; punting‐pole; barrier; shaft; pole
olijf olive