Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word nauw

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
nauw (bekrompen; eng; krap; smal)	narrow	mallarĝa
🔗 De gang erheen was heel nauw.
nauw (straat; zeeëngte; zeestraat)	strait ; straits	markolo
nauw (nauwsluitend; strak)	tight	strikta
nauw (strak)	tightly	strikte
nauw	close	malvasta
🔗 De krant noemde als reden diens nauwe betrekkingen met Rusland in de afgelopen jaren.
nauw	closely	proksime
het niet zo nauw nemen met	be not scrupulous about ; stretch	ne akurate observi
🔗 Maar er is veel kritiek op het plan, vooral omdat Roeanda het niet zo nauw neemt met de mensenrechten.
benauwen	agitate ; alarm ; disturb ; perturb ; ruffle ; trouble ; unsettle ; upset ; worry	maltrankviligi
nauwheid (bekrompenheid; engheid)	pettiness	mallarĝeco
nauwsluitend (nauw; strak)	tight ; close‐fitting	strikta

Dutch	English
nauw	⇆ close; ⇆ closely; ⇆ narrow; ⇆ narrowly; ⇆ poky; ⇆ strait; ⇆ straits; ⇆ tight; ⇆ tightly
dat luistert nauw	⇆ that requires much care and attention
het niet zo nauw nemen met	⇆ be not scrupulous about; ⇆ be not scrupulous as to; ⇆ stretch; ⇆ be not so very particular
het niet zo nauw nemen op het gebied van	⇆ be not scrupulous as to
in het nauw brengen	⇆ corner; ⇆ drive into a corner; ⇆ hunt down; ⇆ press; ⇆ drive to the wall; ⇆ push to the wall
in het nauw zitten	⇆ be in a tight corner; ⇆ be in a scrape; ⇆ be in a corner; ⇆ be hard pressed
nauw bij elkaar	⇆ close together
nauw merkbaar	⇆ scarcely perceptible
niet al te nauw kijken	⇆ stretch a point
benauwen	⇆ distress; ⇆ oppress
nauwsluitend	⇆ slinky; ⇆ clinging; ⇆ clingy; ⇆ close; ⇆ snug; ⇆ tight; ⇆ skin‐tight; ⇆ tailored; ⇆ tight‐fitting; ⇆ close‐fitting
nauwte	⇆ strait; ⇆ straits; ⇆ narrows
vernauwen	⇆ narrow