Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word meerpaal

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
mooring‐mast
;
🔗 Ze stapten uit en gingen ieder op een meerpaal zitten.
(aanbinden; afmeren; vastbinden; vastleggen; aanmeren)
moor
;
🔗 Daar hoopten wij de hoeker te kunnen meren.
(post; stijl); ;
stake
;
🔗 De nacht daarop stopten ze in een stad en brachten de nacht door in een herberg aan de waterkant, die op palen boven het water stond.
(heipaal; staak)
stake
;
pale
(boom);
stake

DutchEnglish
meerpaal bollard; mooring‐mast
meren berth; moor; tie; tie up
paal pale; pile; pole; post; stake; standard