Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word lokken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
decoy
; ;
entice
🔗 Hij wilde mij hierheen lokken!
(aantrekken; bekoren; trekken); ;
🔗 We zijn er niet in geslaagd de vloot van de Vijftig Zonnen aan te lokken.
(haarlok; krul);
(aas; lokmiddel)
(aas; lokaas);
enticement
;
inducement
(uittrekken)
elicit
(uithalen)
draw out
evoke
elvoki
provoke
(bekoren; in verzoeking brengen; verleiden; verzoeken)
entice
;
tenti
🔗 Toen ik Llorio in het bos ontmoette, poogde zij heftig mij te verlokken met haar schoonheid.
(verleiden)
decoy
;
lead astray
;
forlogi

DutchEnglish
lokken allure; attract; decoy; draw; ensnare; entice; inveigle; lure; tempt; tresses
iemand uit zijn tent lokken draw somebody out
aanlokken allure; attract; draw; entice; lure; tempt
kinderlokker child molester
lok forelock; lock; strand; tress; curl
lokaas bait; decoy; ground‐bait; lure; allurement
lokeend decoy; decoy‐duck
lokmiddel allurement; bait; bribe; come‐on; inducement; enticement; lure
lokroep call‐note; lure
lokstem call; enticing voice; siren voice
lokvogel call‐bird; decoy; decoy‐duck; stool; stool‐pigeon; decoy‐bird
lokzet decoy move
meelokken lure on
ontlokken draw from; draw out; elicit; evoke; coax; elicit from; coax from
uitlokken be provocative of; call forth; court; elicit; invite; provoke; ask for; evoke
verlokken allure; beguile; decoy; ensnare; entice; inveigle; lure; tempt; seduce
weglokken lure away