Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word kampeerbus
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(autobus) | ; | |
🔗 Meerdere bussen raakten hierbij beschadigd. | ||
(blik; blikje; trommel) | ; | |
(trom; trommel) | ||
(légeren) | be encamped ; ; camp out ; lie encamped | |
🔗 Heer Bommel had het plan opgevat om te gaan kamperen en omdat alleen zijn remmend werkt op de geest, terwijl het bovendien prettig is wanneer men sommige werkzaamheden aan anderen kan overlaten, had hij ook Tom Poes uitgenodigd. |
Dutch | English |
---|---|
kampeerbus | ⇆ camper; ⇆ camper van |
bus | ⇆ box; ⇆ bus; ⇆ bush; ⇆ can; ⇆ canister; ⇆ container; ⇆ drum; ⇆ tin; ⇆ club; ⇆ money‐box; ⇆ poor‐box; ⇆ collecting‐box; ⇆ coach |
kamperen | ⇆ bivouac; ⇆ camp; ⇆ camp out; ⇆ camping; ⇆ encamp; ⇆ pitch; ⇆ tent; ⇆ be encamped; ⇆ lie encamped |