Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word ineenvloeien
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(aaneen; bijeen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; bij elkander; gezamenlijk) | ; jointly | |
(lopen; stromen; vlieten) | ; | |
🔗 Uit welke troebele bron vloeit dat dag aan dag? |
Dutch | English |
---|---|
ineenvloeien | ⇆ flow together; ⇆ run into each other |
vloeien | ⇆ blot; ⇆ flow; ⇆ run; ⇆ bleed |