Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word in het huwelijk treden

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
in het huwelijk treden
(trouwen)
(trouwen; huwen)
🔗 Koning Roland trad in het huwelijk met Sasja, die de moeder van Peter en Thomas zou worden.
in het huwelijk treden
(trouwen)
(echt; echtverbintenis; huwelijkse staat)
marriage
🔗 Hoezo is mijn huwelijk niet geldig?
marriage
marriage
;
wedding
🔗 Hij had de titel in handen gekregen door een huwelijk, niet door afkomst of op enige andere wijze.
(echt; echtverbintenis)
marriage
(echt; echtverbintenis; verbintenis)
🔗 De uitwerking hiervan op het huwelijk is vaak fataal.
(trouwerij; echtvereniging)
marriage
;
wedding
🔗 Durrell hield zich aan zijn deel van de overeenkomst en sprak de volgende twee dagen met geen woord over het huwelijk.

DutchEnglish
in het huwelijk treden marry
huwelijk alliance; bed; marriage; match; matrimony; wedding; wedlock