Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word hulpbehoevend
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(behoefte hebben aan; nodig hebben) | ; ; | |
🔗 Een god behoeft offers. | ||
(nodig hebben; hoeven) | ||
🔗 Ik behoef hem niet te hebben. | ||
🔗 En hulp kunnen we heus wel gebruiken! | ||
(assistentie) | ; ; support ; | |
🔗 Geef hem alle hulp waar hij om vraagt en oordeel zelf maar hoever je jullie onderlinge verhouding wilt laten gaan. | ||
(helper; assistent) | ||
(helper) | ; | |
(assistentie; bijstand) | ; ; | |
🔗 Ik heb je hulp nodig. | ||
🔗 De hulp van de opdrachtgever kreeg 16 jaar cel. |
Dutch | English |
---|---|
hulpbehoevend | ⇆ destitute; ⇆ helpless; ⇆ infirm; ⇆ needy |
behoeven | ⇆ need; ⇆ require; ⇆ want |
hulp | ⇆ aid; ⇆ assistance; ⇆ auxiliary; ⇆ avail; ⇆ help; ⇆ helpmate; ⇆ helpmeet; ⇆ relief; ⇆ succour; ⇆ support; ⇆ stand‐by |