Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hasjpijp

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(hasjiesj)
hashish
(fluit)
🔗 De muziek—vedels en pijpen—werd luider naarmate ik verderging.
🔗 Is er geen pijp bij jullie buit?
(schacht; staaf); ; ; ; ; ;
stake
; ;
spar
(buis; kanaal; steel);
tube

DutchEnglish
hasjpijp hash pipe
hasj hash; hemp; hashish
pijp smokestack; duct; funnel; leg; nozzle; pipe; socket; tube; spout; stick; flute