Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hangklok

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(ophangen; opknopen)
🔗 Hij hing het aan de genoemde knop en wilde zijn oude hoed erbij hangen.
;
🔗 Mijn geweer hing er al.
(ophangen; opknopen);
🔗 Degenen die wensen te worden gehangen, kunnen nu naar gindse galg lopen.
🔗 Als u hem vermoord hebt, zal ik zorgen dat u hangt.
(uurwerk)
🔗 Toen ik op de klok keek, zag ik dat het middernacht was.
(stolp)
(bel)

DutchEnglish
hangklok hanging clock
hangen sling; cling; depend; hang; hanging; hover; loll; lounge; sag; sag down; be suspended; swing
klok bell; clock; receiver; timepiece; cluck; bell‐jar; bell‐glass