Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hanebalk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
rafter
🔗 Toen hij merkte dat hij bezoek zou krijgen, klom hij vlug op een uitspringende balk boven de deur en klemde zich daar vast.
(weerhaan)
weathervane
🔗 Er kakelden wat kippen en in de verte kraaide een haan.
🔗 Hij spande de haan en wachtte af.

DutchEnglish
hanebalk purlin; tie‐beam
onder de hanebalk in the garret
balk balk; beam; bend; scantling; timber; staff; stave; bar; cuboid
haan cock; hammer; rooster; chanticleer