Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word halfjaarlijks

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(zesmaandelijks)
half‐yearly
half‐yearly
;
biannual
(half en half)
🔗 Ik was al half van mijn stoel opgestaan.
🔗 Ditkeer bleef hij bijna een half uur weg.
;
🔗 Voor de toekomst tot en met 2013 wordt een jaarlijkse groei verwacht van 5,6%.
yearly
;
🔗 Jaarlijks sterven 50.000 mensen door toedoen van een slang.

DutchEnglish
halfjaarlijks biannual; every six months; half‐yearly
half half; mid‐
jaarlijks annual; annually; etesian; yearly; every year