Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word halfjaar

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(semester)
semester
;
half‐year
🔗 Hoeveel mensen zijn er dan het afgelopen halfjaar gearriveerd?
(half en half)
🔗 Ik was al half van mijn stoel opgestaan.
🔗 Ditkeer bleef hij bijna een half uur weg.
🔗 Elk jaar nemen de kosten toe.
🔗 Ze kan 500 tot 600 jaar oud worden.
🔗 Vier jaren later werd een zoon geboren.

DutchEnglish
half half; mid‐
jaar year; twelvemonth