Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word haag

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(heg; hegge)
🔗 Beuken worden veel in hagen geplant.
arbutus fruit
(Europese haagbeuk; wielboom)
European hornbeam
;
common hornbeam
(hagedoorn; meidoorn; haagdoren; meidoren)
hawthorn
oval‐leaved privet
larger bindweed
;
hedge bindweed
;
Rutland beauty
;
bugle vine
;
heavenly trumpets
;
bellbind
;
granny‐pop‐out‐of‐bed
(haagdoorn; meidoorn; haagdoren; meidoren)
hawthorn

DutchEnglish
haag hedge; hedgerow; lane
doornhaag thorn‐hedge
haagappel haw; hawthorn berry
haagbeuk hornbeam; common hornbeam; European hornbeam
haagdoorn haw; hawthorn
haagliguster oval‐leaved privet; California privet
haagwinde larger bindweed; hedge bindweed; Rutland beauty; bugle vine; heavenly trumpets; bellbind; granny‐pop‐out‐of‐bed
hagedoorn haw; hawthorn
hageprediker hedge‐priest
hagepreek hedge‐sermon