Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word grootpapa

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
(lang; rijzig)
🔗 De grote man glimlachte triest.
; ; ;
🔗 Deze dieren zijn heel wat groter dan reeën.
(volgroeid; volwassen)
(royaal; ruim; uitgebreid; uitgestrekt; wijd)
spacious
; ;
groschen
🔗 En ik word de grootste magiër van het land.
; ;
🔗 Dat was zijn grote vergissing.
🔗 Een nest van zeearenden is ongeveer 2 bij 2 meter groot en weegt zo’n 900 kilo.
(grootvader; opa)
🔗 Grootpa was een slimme donder, geen twijfel aan.
(pa);

DutchEnglish
grootpapa granddad; grandfather
groot all‐out; big; bulky; burly; comprehensive; egregious; egregiously; full‐size; grand; great; gross; grown; large; large‐scale; major; mighty; profound; spacious; spanking; tall; vast; voluminous; wide; signal; groschen; grown‐up
grootpa grandfather; granddad
papa papa; pop