Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word grootmoedig
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(edelmoedig) | magnanimous | |
; | ||
(lang; rijzig) | ||
🔗 De grote man glimlachte triest. | ||
; ; ; | ||
🔗 Deze dieren zijn heel wat groter dan reeën. | ||
(volgroeid; volwassen) | ||
(royaal; ruim; uitgebreid; uitgestrekt; wijd) | spacious ; ; | |
groschen | ||
🔗 En ik word de grootste magiër van het land. | ||
; ; | ||
🔗 Dat was zijn grote vergissing. | ||
🔗 Een nest van zeearenden is ongeveer 2 bij 2 meter groot en weegt zo’n 900 kilo. | ||
(edelmoedigheid) | ||
(dapper; flink) | courageously | |
🔗 Volg mij moedig en help mij die uitvalspoort in de buitenmuur van het kasteel te veroveren. | ||
(dapper; kloek; flink; kloekmoedig) | ; courageous ; valiant | |
(dapper) | courageous | maltima |
(dapper; ferm; stoutmoedig) | courageous | sentima |
boldly | sentime | |
🔗 Heer Ollie sprong op en begon zich voorzichtig terug te trekken, maar zijn gastvrouw liep moedig op de woesteling toe. |
Dutch | English |
---|---|
grootmoedig | ⇆ generous; ⇆ magnanimous; ⇆ open‐hearted |
groot | ⇆ all‐out; ⇆ big; ⇆ bulky; ⇆ burly; ⇆ comprehensive; ⇆ egregious; ⇆ egregiously; ⇆ full‐size; ⇆ grand; ⇆ great; ⇆ gross; ⇆ grown; ⇆ large; ⇆ large‐scale; ⇆ major; ⇆ mighty; ⇆ profound; ⇆ spacious; ⇆ spanking; ⇆ tall; ⇆ vast; ⇆ voluminous; ⇆ wide; ⇆ signal; ⇆ groschen; ⇆ grown‐up |
grootmoedigheid | ⇆ magnanimity; ⇆ generosity |
moedig | ⇆ brave; ⇆ courageous; ⇆ courageously; ⇆ gallant; ⇆ greathearted; ⇆ gutsy; ⇆ high‐spirited; ⇆ manful; ⇆ manfully; ⇆ pluckily; ⇆ plucky; ⇆ valiant; ⇆ valorous; ⇆ spirited; ⇆ spunky; ⇆ stoutly |