Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word groeikern

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aangroeien; stijgen; toenemen);
increase
(aangroeien; toenemen; groter worden)
increase
;
vegeti
🔗 Tegen de laagste, buitenste muur groeide dicht struikgewas.
(toenemen; aanwassen; wassen)
🔗 Puc was gegroeid in het afgelopen jaar, maar hij was nog steeds klein.
🔗 Ze groeien op de berg.
(toenemen)
(essentie; wezen);
🔗 Dat is nu juist de kern van het hele mysterie, al kan ik wel zeggen dat de oplossing van dit deel van het raadsel mij betrekkelijk weinig moeite heeft gekost.
nucleus
🔗 In de kern van het heliumatoom bevinden zich dus 2 protonen.

DutchEnglish
groeikern centre of growth; centre of urban development; centre of urban growth
groeien grow; increase
kern bone; centre; core; gist; grain; hardcore; hardpan; heart; heartland; kernel; nub; nucleus; pith; substance; sum; sum and substance; crux