Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word graafwerk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Het graafwerk kon beginnen.
(woelen);
grub
🔗 Jullie graaft hier.
handiwork
🔗 Dit is het werk van de Heilige Geest.
(arbeid; emplooi; karwei);
🔗 Ik was nog niet tot werk in staat.
tow
;
oakum
(boekwerk; opus)
🔗 Naast al deze geschreven werken bevatte de grote bibliotheek echter nog veel meer.

DutchEnglish
graafwerk dig; digging; excavation; excavations
graven burrow; cut; delve; dig; digging; grub; quarry; sink; trench
werk avocation; business; char; chore; doing; employ; employment; fabric; job; labour; motion; oakum; opus; performance; pursuits; work; stint; tow