Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gezichten trekken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
gezichten trekken
(air; uitzicht)
🔗 Zijn gezicht stond ernstig.
(zicht; zien); ; ;
(aangezicht; aanschijn; facie; gelaat; porem; toet; ponem)
🔗 Hij herkende enkele gezichten.
(schouwspel);
🔗 Het was een akelig gezicht.
(droombeeld; droomgezicht; visioen)
(gezichtsvermogen)
🔗 Zijn gezicht was zo armzalig dat hij uit den top van een boom een konijn helemaal niet zou hebben kunnen zien en hij zou een vos voor een muis gehouden hebben.

DutchEnglish
gezichten trekken make faces; make mouths; mop; mop and mow; mouth; mow; pull faces
gezicht countenance; eyesight; face; look; mug; view; visage; vision; sight; looks