Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word geschikt

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(betamelijk; gepast; passend; toepasselijk; oorbaar);
suitable
;
expedient
; ;
(doelmatig; gemakkelijk; gepast; passend)
🔗 Hij wachtte alleen nog maar op het geschikte ogenblik om hem een vernietigende klap toe te brengen.
(bruikbaar; passend); ; ;
expedient
;
🔗 Ik zal het doen, als zich een geschikt moment voordoet.
(bruikbaar)
suitable
;
(adequaat);
(gepastheid)
expedience
(dienstigheid)
convenience
capability
;
fitness
;
suitability
;
🔗 Een mogelijke reden voor de fraude is dat bij twee sollicitanten met gelijke geschiktheid voor de functie van leraar, de kandidaat wordt aangenomen die het eerst is afgestudeerd.
(bruikbaarheid)
usefulness
(ongelegen)
inconvenient
unsuitable
;
unfit
;
inappropriate
;
unsuited
netaŭga
(conveniëren; gelegen komen; passen; uitkomen; voegen)
🔗 In die week schikt het me iedere dag.
(beredderen; redderen; regelen);
🔗 Een dienstmeid bracht een zilveren schaal binnen waarop twaalf rijpe vijgen lagen geschikt.

DutchEnglish
geschikt able; adequate; apposite; appropriate; apt; aptly; capable; convenient; decent; decently; efficient; eligible; expedient; fit; fitly; likely; meet; opportune; practical; proper; qualified; right; right sort; seasonable; serviceable; suitable; suited
geschiktheid adaptability; adequacy; adequateness; aptitude; aptness; convenience; efficiency; eligibility; expedience; expediency; fitness; meetness; opportuneness; qualification; capability; ability; suitability
ongeschikt improper; inapposite; inappropriate; inapt; incompetent; ineligible; inexpedient; unapt; unfit; unmeet; unqualified; unsuitable; unsuited
schikken accommodate; adjust; arrange; compose; compromise; conform; dispose; order; regulate; set; settle; suit; move up