Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word geraakt

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
trafita
(raken)
end up
🔗 Het toeval wilde dat ook de markies de Cantecler op zijn ochtendwandeling in de buurt van de herberg geraakte.
touchy
ofendiĝema
(kittelorig)
ticklish
tikliĝema
(worden)
🔗 Het huis raakte stampvol.
(aangaan; betreffen; gaan om)
be tangential to
;
brush with
tanĝi
🔗 Ze trokken verder tot ze in de verre verte de zee de horizon konden zien raken.
(halen; treffen); ;
🔗 Ze hebben de opslagplaats geraakt.
(treffen);
🔗 Een druppel raakte hem op zijn schouder en brandde als een gloeiende kool.
(geraken)
end up
🔗 De kar ratelde voort met een aardig vaartje, maar Reith wist dat hij geen kans had door de poort te raken.

DutchEnglish
geraakt offended; piqued; touched
geraaktheid feeling; pique; irritation
geraken get; come to; attain
lichtgeraakt feisty; hoity‐toity; huffish; huffy; resentful; tetchy; touchy; quick to take offence; thin‐skinned
raken affect; catch; concern; get; hit; impact; impinge on; impinge upon; reach after; reach at; touch; strike