Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word doophek

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
christening
(doopsel);
christening
(afsluiting; heining);
fence
🔗 Die hekken moeten jullie er ook maar uithalen.
(afrastering; rooster; traliehek)
grating
; ;
grille
;
grating
;
lattice
; ;
🔗 Ten slotte werd hij in een grote donkere cel gestopt, een zwaar ijzeren hek werd dichtgedaan en daar zat hij nu.
gate
🔗 De bewaker had het hek gesloten en kwam naar hen toe lopen.

DutchEnglish
doophek baptistery screen
doop baptism; christening
hek barrier; fence; gate; hurdle; rail; railing; railings; paling; screen; stern