Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word deur

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Bond liep naar de deur.
🔗 Hij trad naar binnen en wierp de deur dreunend achter zich dicht.
openslaande deur
French window
🔗 Toen professor Prlwytzkofsky twee dagen later uit de stad terugkeerde, besloot hij om het laboratorium door de achterdeur te betreden.
🔗 De achterdeur is nog open.
inner door
interna pordo
🔗 Hij liep met haar naar de binnendeur en smeet haar moeiteloos de trap af.
street‐door
🔗 De overige gasten vluchtten, zich verdringend, door de buitendeur.
doorbell
porda sonorilo
🔗 De deurbel ging.
(klink);
door‐handle
;
🔗 Toen hij de deurknop al beethield, draaide hij zich nog even om.
🔗 Heel behoedzaam probeerde hij de deurkruk.
doormat
🔗 Woudiver stond in de deuropening.
(deurstijl)
(deurpost)
bailiff
bailiff
jura persekutisto
(voordeur);
(voordeur);
valdeur
(valluik)
(straatdeur);
🔗 De voordeur bevindt zich in het midden van de symmetrische voorgevel.
(straatdeur);
🔗 Hij begaf zich naar beneden en opende de voordeur.
vouwdeur
accordion door

DutchEnglish
deur door; gate
aan de deur at the door
achter gesloten deuren in camera; behind closed doors
bij de deur at the door; near the door
blinde deur blank door; dead door; sham door
buiten de deur out of doors
de deur niet uit gaan never go out
de deur niet uit komen never go out
de deur platlopen be either coming or going
de deur staat aan the door is ajar
een stok achter de deur a big stick
glazen deur glass door
iemand aan de deur zetten turn somebody out
iemand de deur uitzetten turn somebody out
iemand de deur voor zijn neus dichtslaan shut the door in somebody’s face
iemand de deur wijzen give somebody his marching‐orders; show somebody the door
in de deur in the doorway
met de deur in huis vallen go straight to the point
met open deuren with open doors; in open court
openslaande deur folding‐door
van deur tot deur door to door
voor de deur staan come up; be imminent; be at hand; be upon
voor een gesloten deur staan find the door locked
zijn neus buiten de deur steken stick one’s nose out of doors
achterdeur backdoor; postern; postern door
autodeur car door
binnendeur inner door
branddeur emergency door
buitendeur outside door; street‐door; front‐door
deurbel doorbell
deurgrendel door‐bolt
deurklink door‐latch
deurklopper door‐knocker
deurknop doorknob
deurkruk door‐handle; handle
deurlicht door‐light
deurlijst door‐moulding; door‐frame
deurmat doormat
deurnummer door‐number
deuropening doorway
deurpaneel pane; door‐panel
deurpost gatepost; door‐post; door‐jamb
deurslot door lock
deurstijl door‐post; door‐jamb
deurtje wicket
deurwaarder bailiff; officer; process server; usher
draaideur revolving door
gangdeur passage door
garagedeur garage door
harmonicadeur folding‐door
hoofddeur main door
huisdeur street‐door
kanteldeur tipping door; up‐and‐over door
klapdeur swing‐door; swinging door
liftdeur elevator door
onderdeur lower half of a door; hatch
schuifdeur sliding door
schutdeur lock‐gate; floodgate
schuurdeur barn‐door; shed‐door
sluisdeur sluice‐gate; floodgate; gate; lock‐gate
staldeur stable door
straatdeur front‐door; street‐door
tochtdeur swing‐door
traliedeur grated door
tuindeur garden‐door
tussendeur communicating door
valdeur trap‐door; trap; drop‐door; penstock
vleugeldeur folding‐door; folding‐doors
vloeddeur water‐gate; floodgate
voordeur front‐door; street‐door
vouwdeur folding‐doors; accordion door; folding‐door
zijdeur side door