Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word deklading

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(verdek)
🔗 Mickey klom eveneens aan dek.
(bedekking);
(bedekking; dekking; hulsel);
(deken)
(scheepslading; vracht)
cargo
;
freight
🔗 Diezelfde dag kregen ze weer wat lading.
🔗 Bereken de hoeveelheid lading die in 5 s is verplaatst.

DutchEnglish
deklading deck‐cargo; deck‐load
dek blanket; case; cover; covering; deck; surface; bedclothes; horse‐cloth
lading bulk; burden; cargo; charge; freight; lading; last; load; loading; shipment