Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word controle

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(opzicht; supervisie; toezicht);
🔗 Nu was het zaak wanneer je naar binnen ging de indruk te wekken dat jijzelf de kaartjes had gekocht en dat verdere controle derhalve geheel overbodig was.
controle centre
check digit
kontrolcifero
🔗 Na zijn telefoongesprek met Steenbreek keerde heer Bommel terug naar de controlekamer, waar Tom Poes op zijn gemak naar een groot scherm zat te kijken.
countermark
;
pass‐out ticket
checkpoint
(controlekamer; controlepost)
checkpoint
;

DutchEnglish
controle check; checking; check‐up; control; going‐over; supervision
controle uitoefenen op check
alcoholcontrole alcohol test
controlecijfer check digit
controlekamer control‐room
controleklok time‐clock
controlepost barrier; checkpoint
controletang ticket‐punch
dopingcontrole dope test
gewichtscontrole weigh‐in
grenscontrole border control
pascontrole examination of passports; passport check
paspoortcontrole immigration
radarcontrole radar trap
snelheidscontrole speed trap; speed check
tijdcontrole timekeeping