Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word chef de bureau
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(bureel; kantoor) | ; | |
🔗 Meneer Blokhuijs is in zijn bureau. | ||
(schrijfbureau; schrijftafel) | ||
🔗 De hond ging onder het bureau liggen. | ||
(kantoor) | ||
🔗 Hij voegde de daad bij het woord en even later stapte hij het bureau van de politiechef binnen. | ||
(agentschap) | ||
🔗 Zo, en welk bureau was dat dan wel? | ||
(baas; gebieder; gezagvoerder) | ; ; ; | |
🔗 Hoe is die nieuwe chef? | ||
(baas; opperhoofd) | ; | |
🔗 De verpleger overhandigde hem het briefje dat hij bij zich had, en zijn chef bekeek het met een afkeurend gemompel. | ||
(chef‐kok) | ||
(baas; hoofd; hoofdman; leider) | ; | |
🔗 De koning zuchtte. |
Dutch | English |
---|---|
chef de bureau | ⇆ chief clerk; ⇆ head‐clerk |
bureau | ⇆ agency; ⇆ bureau; ⇆ desk; ⇆ office; ⇆ station; ⇆ writing‐table |
chef | ⇆ chef; ⇆ chief clerk; ⇆ gov; ⇆ governor; ⇆ guv’nor; ⇆ head; ⇆ manager; ⇆ master; ⇆ principal; ⇆ office‐manager; ⇆ employer; ⇆ boss |
de | ⇆ the |