Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bouwstelling

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanleggen; optrekken);
🔗 Wie heeft die oude steden gebouwd?
(timmeren)
🔗 Dat is de plaats waar ik de jonk aan het bouwen ben.
(construeren)
(dissertatie; proefschrift; these; thesis)
thesis
(theorema)
theorem
carpentry
;
cross‐beams
proposition
(steiger; stellage)
scaffolding
🔗 Naomi rukte zich los uit zijn greep en struikelde met zwaaiende armen opzij tegen een van de hoge stellingen.
(positie)
🔗 Ik breng mijn manschappen in positie en val de vijandelijke stelling aan.

DutchEnglish
bouwen build; construct; cultivate; culture; erect; fabricate; frame; grow; put up; raise; rear; throw
stelling gantry; position; proposition; theorem; thesis; stand; scaffolding

The word bouwstelling could not be translated into the selected target language by us.