Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word belastingschuld
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
tax due ; taxes due | ||
🔗 Waarschijnlijk is de heer Bommel gewoon ondergedoken, wegens belastingschuld. | ||
(recht) | tax | |
🔗 Er hoeft minder belasting te worden betaald bij innovaties. | ||
loading ; burdening | ||
; ; guilt | ||
🔗 Dat is mijn schuld. | ||
🔗 Het aantal huishoudens met schulden is vorig jaar fors gestegen. | ||
🔗 Stephens was niet geïnteresseerd in schulden. |
Dutch | English |
---|---|
belastingschuld | ⇆ tax due; ⇆ taxes due |
belasting | ⇆ assessment; ⇆ contribution; ⇆ imposition; ⇆ impost; ⇆ load; ⇆ loading; ⇆ prestation; ⇆ rates; ⇆ tax; ⇆ taxation; ⇆ weight; ⇆ burdening; ⇆ taxes; ⇆ duty; ⇆ inland revenue |
schuld | ⇆ blame; ⇆ buck; ⇆ charge; ⇆ debt; ⇆ dues; ⇆ fault; ⇆ guilt; ⇆ indebtedness; ⇆ trespass |