Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word beëdigen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
swear in
🔗 In Buenos Aires is de nieuwe Argentijnse president Javier Milei beëdigd.
sworn
🔗 Door de beëdigde getuigenissen van burgers wier geloofwaardigheid boven alle verdenking verheven is, hebben wij het onweerlegbaar bewijs geleverd, dat de ongelukkige gevangene, die in ginde bank gezeten is, het vreselijk misdrijf heeft bedreven.
(eedafneming)
administration of the oath
🔗 Na 118 dagen formatie kwam er dinsdag zicht op de beëdiging van een nieuw kabinet.
(bezwering);
🔗 Ik zou er een eed op willen doen.

DutchEnglish
beëdigen administer the oath to; confirm on oath; swear; swear in; swear to
beëdigd sworn; sworn in; on oath
beëdiging swearing in; administration of the oath; confirmation on oath
eed adjuration; oath; vow