Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word bankbedrijf
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
banking business | ||
🔗 Ik sta rood bij de bank. | ||
; | ||
🔗 Hij heeft me een bank aangeboden in de gelagkamer. | ||
(zandbank) | ||
(werkbank) | ||
🔗 De deur van de bank ging open en de heren verdwenen naar binnen. | ||
(beroep) | profession ; occupation ; vocation | |
(oorkonde; akte) | ; | |
(onderneming) | enterprise | |
🔗 Een groot deel van de boekjes werd binnen bedrijven verspreid. |
Dutch | English |
---|---|
bankbedrijf | ⇆ banking; ⇆ banking business |
bank | ⇆ bank; ⇆ bench; ⇆ desk; ⇆ form; ⇆ seat; ⇆ settee; ⇆ couch; ⇆ pew |
bedrijf | ⇆ achievement; ⇆ act; ⇆ action; ⇆ business; ⇆ concern; ⇆ industry; ⇆ lawful occasions; ⇆ plant; ⇆ trade; ⇆ service; ⇆ deed; ⇆ working; ⇆ undertaking; ⇆ works |