Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word autosnelweg

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(automobiel);
🔗 Ze schonk geen aandacht aan de auto voordat hij stopte.
(autoweg)
expressway
;
freeway
;
highway
;
motorway
🔗 Dat geldt ook voor de snelwegen.

DutchEnglish
autosnelweg freeway; motorway; speedway; super highway; turnpike
auto auto; automobile; car; motor; motor‐car
snelweg freeway; speedway; expressway; highway; motorway