Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word ambtsvervulling
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(betrekking; plaats) | ; ; | |
🔗 Denk toch aan zijn heilig ambt, zoon. | ||
(betrekking; plaats; post) | ; ; | |
🔗 „Zeker, eerwaarde vader,” zei de leermeester, „ik ben niet tot dit hoge ambt gekomen zonder hiervan op de hoogte te zijn.” | ||
vervulling (naleving; uitvoering; voltrekking) |
Dutch | English |
---|---|
ambtsvervulling | ⇆ discharge of one’s official duties |
ambt | ⇆ appointment; ⇆ employment; ⇆ function; ⇆ ministration; ⇆ ministry; ⇆ office; ⇆ place; ⇆ post |
vervulling | ⇆ accomplishment; ⇆ acquittal; ⇆ consummation; ⇆ discharge; ⇆ fulfilment; ⇆ performance; ⇆ realization |