Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word afwijken van

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
afwijken van
depart from
;
deviate from
deviate
; ;
diverge
🔗 Het toestel is waarschijnlijk sterk van zijn koers afgeweken en ergens ten westen van Australië in zee terechtgekomen.
;
deviate
🔗 Het was niet voor het eerst dat Hugo F. van het rechte pad afweek, want al in 1996 liep hij zijn eerste veroordeling op.
(schelen; uiteenlopen; verschillen)
🔗 Onze openingstijden tijdens kerst wijken af van onze normale openingstijden.

DutchEnglish
afwijken van break through; depart from; deviate from; differ from
afwijken aberrate; decline; deflect; deviate; digress; diverge; divergence; vary; differ; wander; depart