Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word afschieten op

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
afschieten op
rush at
impeti al
afschieten op
abdicate to
ĵeti sur
(ontladen)
discharge
; ;
fire off
;
let off
🔗 Sommigen draaiden zich onder het lopen om en schoten hun musketten af.
shoot off
pafforigi
🔗 Bevers mogen onder bepaalde voorwaarden weer worden afgeschoten in Limburg.
(afvuren; lossen; afsteken)
discharge
; ;
fire off
🔗 Mijn hart zal zijn alls een rots van graniet, waarop de pijlen die ze op me afschiet, zullen afketsen.

DutchEnglish
afschieten op pounce upon; rush at; swoop down on
afschieten blaze off; blow off; cull; discharge; fire; launch; let fly; let off; loose; partition; partition off; pop; shoot; shoot off; fire off; curtain off; board off