Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word afgelasten
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(afzeggen; annuleren; opzeggen; afblazen) | ||
🔗 Het weer dwong de organisatie van een grote vuurwerkshow in Scheveningen het evenement aanstaande zondag af te gelasten. | ||
(bevelen; gebieden; verordenen; voorschrijven; verordonneren; ordonneren) | ; | |
🔗 Nu ben je niet meer dan een slavin die doet wat haar gelast wordt. |
Dutch | English |
---|---|
afgelasten | ⇆ call off; ⇆ cancel; ⇆ countermand; ⇆ declare off |
gelasten | ⇆ bid; ⇆ charge; ⇆ enjoin; ⇆ instruct; ⇆ ordain; ⇆ order; ⇆ tell |