Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word aangifte
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(declaratie; verklaring) | ||
🔗 Op de aangifte is de datum vermeld waarop de betaling uiterlijk binnen moet zijn. | ||
; denunciation | ||
🔗 Heb je de recherche in Rotterdam gezegd dat haar aangifte vals was? | ||
(aangeven) | ||
🔗 De eigenaar heeft aangifte gedaan van diefstal. | ||
tax form | ||
🔗 Hier heb ik uw aangiftebiljet al! | ||
; tax return | ||
🔗 Maar in mijn post heb ik geen belastingaangifte van uw hand gevonden, meneer Bommel! | ||
taxpaper |
Dutch | English |
---|---|
aangifte | ⇆ declaration; ⇆ denouncement; ⇆ information; ⇆ notification; ⇆ return |
aangifte doen van | ⇆ declare; ⇆ enter; ⇆ give notice of; ⇆ report |
aangiftebiljet | ⇆ tax form |
belastingaangifte | ⇆ return; ⇆ tax return |
belastingaangifteformulier | ⇆ tax return |
BTW‐aangifte | ⇆ VAT return |
geboorteaangifte | ⇆ declaration of birth; ⇆ registration of birth |
huwelijksaangifte | ⇆ notification of marriage |