Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aangezicht

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanschijn; gelaat; gezicht; toet)
🔗 Hoe lang ik, met het parelende zweet der vermoeidheid op het aangezicht, had gedraafd, dit weet ik niet.
van aangezicht tot aangezicht
face presentation
vizaĝa prezentiĝo
🔗 Een aangezichtsligging komt bij ongeveer 2 op de 1000 zwangeren voor en in de meeste gevallen is er geen oorzaak voor te vinden.
(facialgie)
face‐ache
;
tic douloureux
vizaĝa neŭralgio
🔗 Wanneer een tumor de oorzaak is van aangezichtspijn, is de behandeling operatief.
facial paralysis
vizaĝa paralizo
(air; uitzicht)
🔗 Zijn gezicht stond ernstig.
(zicht; zien); ; ;
(aangezicht; aanschijn; facie; gelaat; porem; toet; ponem)
🔗 Hij herkende enkele gezichten.
(schouwspel);
🔗 Het was een akelig gezicht.
(droombeeld; droomgezicht; visioen)
(gezichtsvermogen)
🔗 Zijn gezicht was zo armzalig dat hij uit den top van een boom een konijn helemaal niet zou hebben kunnen zien en hij zou een vos voor een muis gehouden hebben.

DutchEnglish
aangezicht countenance; face
in het aangezicht van in the face of
van aangezicht tot aangezicht face to face
aangezichtsligging face presentation
aangezichtspijn face‐ache; face‐ague; tic douloureux
aangezichtsverlamming facial paralysis
gezicht countenance; eyesight; face; look; mug; view; visage; vision; sight; looks