Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aanduiding

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanwijzing);
(aanwijzing)
indication
(aangeven; aanwijzen; beduiden; uitduiden; wijzen; wijzen op)
indicate
;
point out
;
(aangeven; kenmerken; merken);
signi
🔗 Ze glimlachte en schudde haar hoofd om aan te duiden dat zij het ook niet begreep.

DutchEnglish
aanduiding denotation; description; designation; hint; indication; inkling; intimation; signification; suggestion
aanduiden be indicative of; bespeak; betoken; denote; describe; designate; hint; indicate; mark; mean; point out; qualify; show; signify; be significative of