Information du mot bouwvallig (néerlandais → espéranto: kaduka)

Synonymes: aftands, gammel, uitgeleefd, uitgewoond, wrak, in verval

Parti du discoursadjectif
Prononciation/bɑu̯ˈvɑləx/
Césurebouw·val·lig

Degrés de comparaison

Positifbouwvallig
Comparatifbouwvalliger
Superlatifbouwvalligst

Déclinaison

 PositifComparatifSuperlatif
Prédicatifbouwvalligbouwvalliger(het) bouwvalligst, (het) bouwvalligste
AttributifIndéfiniPluriel masculin et fémininbouwvalligebouwvalligerebouwvalligste
Singulier neutrebouwvalligbouwvalligerbouwvalligst
Plurielbouwvalligebouwvalligerebouwvalligste
Définibouwvalligebouwvalligerebouwvalligste
Partitifbouwvalligsbouwvalligers 

Exemples d’usage

De commissaris groette kort en liet een afkeurende blik over het bouwvallige vertrek gaan.
In het diepst van het bos ontdekte Tom Poes een bouwvallig huisje, en daar klopte hij aan om onderdak voor de nacht te vragen.

Traductions

allemandabgelebt; baufällig; gebrechlich; hinfällig; altersschwach; morsch; unsicher; zerrüttet; verfallen; darnieder legend; ungültig geworden; verjährt
anglaisdilapidated; ramshackle
catalancaduc
espagnolcaduco; precario
espérantokaduka
féringienskirvisligur; ússaligur
finnoisraihnas
françaiscaduc; délabré; infirme; vieux
frison occidentalútlibbe; útwikelse
frison saterlandbaufällich; gebräkkelk; kreepelch; oulieuwed
italiendecrepito
portugaiscaduco; decrépito; frágil