Information du mot zwerven (néerlandais → espéranto: vagi)

Synonymes: dolen, dwalen, ronddolen, ronddwalen, rondzwerven, waren, rondwaren

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈzʋɛrvə(n)/
Césurezwer·ven

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) zwerf(ik) zwierf
(jij) zwerft(jij) zwierf
(hij) zwerft(hij) zwierf
(wij) zwerven(wij) zwierven
(jullie) zwerven(jullie) zwierven
(gij) zwerft(gij) zwierft
(zij) zwerven(zij) zwierven
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) zwerve(dat ik) zwierve
(dat jij) zwerve(dat jij) zwierve
(dat hij) zwerve(dat hij) zwierve
(dat wij) zwerven(dat wij) zwierven
(dat jullie) zwerven(dat jullie) zwierven
(dat gij) zwervet(dat gij) zwiervet
(dat zij) zwerven(dat zij) zwierven
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
zwerfzwerft
Participes
Participe présentParticipe passé
zwervend, zwervende(hebben) gezworven

Exemples d’usage

Zijn blik zwierf naar de zoom van het bos, in de richting waar het kamp lag.
’s Nachts zwierf hij in vermomming over de straten om erop toe te zien dat zijn bevelen werden gehoorzaamd.
Ergens tussen de heuvels en bosjes zwierf Anacho, in vrees voor zijn leven.

Traductions

allemandbummeln; herumschweifen; irren; streifen; umherstreifen; vagieren; umherziehen; umherwandern; umherirren; sich umhertreiben; strolchen
anglaisroam; wander; stray; rove
catalanvagar
danoisstrejfe om
espagnolerrar; vagabundear; vagar
espérantovagi
féringienfjakka
finnoisvaeltaa
françaiserrer; rôder; vaguer
frison occidentaldoale; doarmje; dwale; swalkje; swerve
frison saterlandbummelje; daidelje; dweele; gängelje; klüngelje
latinvagari
polonaiswłóczyć się
portugaiserrar; perambular; vadiar; vagabundear; vagar
russeблуждать; бродить
suédoisirra