Information du mot uitrichten (néerlandais → espéranto: fari)

Synonymes: bedrijven, begaan, maken, doen, uithalen, plegen, verrichten, uitvoeren

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈœy̯̯trɪxtə(n)/
Césureuit·rich·ten

Exemples d’usage

Het was duidelijk dat hij zelfverzekerder werd door het feit dat Sam geen boog had en blijkbaar niets tegen hem kon uitrichten.

Traductions

afrikaansverrig; pleeg; uitvoer; maak; begaan; doen
allemandmachen; tun
anglaisdo
bas allemanddoon; maken; uutvoren
créole jamaïcaindu; mek
espérantofari
françaisfaire
frison occidentalmeitsje; dwaan
papiamentohasi
scotsdae