Information du mot TV (néerlandais → espéranto: televido)

Synonyme: televisie

Parti du discourssubstantif
Prononciation/teˈve/
CésureTV
Genremasculin

Exemples d’usage

De eigenaar van de wagen zat immers rustig binnen naar de TV te kijken.
De commissaris en vice‐voorzitter van de Europese Commissie zei donderdag op de Spaanse TV dat „’iemand die Spanje aanvalt, de hele EU aanvalt”’.
Radio en TV braken hun programma’s af om het grote nieuws aan te kondigen.
Vanavond zal er in ieder geval geen TV zijn.

Traductions

afrikaanstelevisie
allemandFernsehen
anglaisTV
bas allemandtelevisy
catalantelevisió
danoisfjernsyn
espagnoltelevisión
espérantotelevido; televizio
féringiensjónvarp
finnoistelevisio
françaistélévision
frison occidentaltelefyzje; tillefyzje
gaélique écossaistelebhisean
grecτηλεόραση
hongroistelevízió; tévé
islandaissjónvarp
italientelevisione
norvégienfjernsyn
papiamentotelevishon
polonaistelewizja
portugaistelevisão
roumainteleviziune
souahélitelevisheni
suédoistelevision; TV
thaïโทรภาพ; ทีวี; โทรทัศน์