Information du mot waar (néerlandais → espéranto: kie)

Synonyme: alwaar

Parti du discourscatégorie grammaticale inconnue
Prononciation/ʋaːr/
Césurewaar

Exemples d’usage

Flagg nam hem mee naar zijn werkkamer en legde hem op zijn bureau, waar tevoren de presse‐papier van obsidiaan had gelegen.
Tussen de bomen door kon ik stroomopwaarts kijken tot waar de rivier een bocht maakte.
Want men was nog niet waar men wezen wilde.
Overal waar ik kom, is ruzie.
Hij weet wel waar.
Ik moet naar de hoofdstad, waar de president van Unak mij verwacht.
En toen was hij daar weer, op dezelfde plek waar wij hem de nacht daarvoor gezien hadden.

Traductions

afrikaanswaar
allemandwo; da, wo
anglaiswhere
bas allemandwår
créole jamaïcainwe
espagnoldonde
espérantokie
français
frison occidentalwêr’t; dêr’t
frison saterlandwier
luxembourgeoiswou
papiamentokaminda ku; unda
russeгде
scotswhaur
srananpe
suédoisdär
tchèquekde; kam
yidicheװאו